Het schijfslaan in Gortipohl is uniek in Montafon. De traditie werd van generatie op generatie doorgegeven.
De oorsprong van dit aanvankelijk heidense ritueel gaat honderden jaren terug. Tegenwoordig is het schijfslaan een vast onderdeel van het maatschappelijke leven in het dorp en sinds juni 2016 ook opgenomen in de lijst van nationaal cultureel erfgoed van UNESCO.
Op de eerste zondag in de vastentijd, de “Funkasunntig”, ontmoeten de bewoners van Gortipohl in Montafon elkaar na het invallen van de duisternis op het funken-terrein. Het zogenaamde schijvenblok ligt al klaar: een circa twee meter lange, dikke, gladde plank ligt schuin hellend over een houtbok. Daarover vliegen zo meteen de gloeiende schijven. Circa 500 stuks op een avond, allemaal met handwerk geslagen en bewerkt. “Voor het vervaardigen van een schijf heeft iemand met ervaring circa tien minuten nodig. Ze worden vanuit het midden afgevlakt zodat ze in het midden dikker zijn dan aan de rand en gelijkmatig uitlopen. Daardoor vliegen ze beter en verder”, legt Jürgen Wachter, voorzitter van het funken-gilde Gortipohl, uit. Hij is met de leden van zijn vereniging verantwoordelijk voor de instandhouding van de traditie. Waar het schijfslaan vroeger door jongeren en scholieren werd uitgevoerd, is het tegenwoordig de taak van het funken-gilde.
Het schijfslaan begint
De eerste schutter steekt een schijf aan zijn stok van hazelnotenhout, die in het vuur gaat gloeien. Met de schijf ronddraaiend boven zijn hoofd loopt hij naar het schijvenblok en slaat de schijf over het houten blok weg. Onder applaus van de toeschouwers maakt de gloeiende schijf een verlichte boog aan de donkere hemel. “Het schijfslaan is elk jaar een bijzondere gebeurtenis in het dorp. Bij ons kan iedereen die zin heeft, meedoen. Velen brengen hun eigen, zelfgemaakte schijven mee. Het is een genot om te zien dat ook veel jongeren graag meedoen”, beschrijft Jürgen Wachter de nieuwe opleving van deze traditie.
“Zo ver mogelijk laten vliegen”
Historische bronnen berichten, dat er oorspronkelijk voor het wegslaan van de schijf spreuken werden opgezegd die voor personen, die met naam en toenaam werden genoemd, een eer of bespotting waren. In Gortipohl is dit onderdeel van de traditie niet meer in gebruik. “We weten niet precies wanneer of waarom het opzeggen van versjes bij ons verloren is gegaan. We willen tegenwoordig vooral de schijf zo ver mogelijk laten vliegen”, vertelt Jürgen Wachter. En dat doen ze ook. Na een succesvolle slag vliegt de schijf 100 tot 150 meter door de lucht. Trouwens: een Montafoner spreekt in zijn dialect niet van een schijf en schijfslaan, maar van een “Schieba” en “Schiebaschlaha”.
Trots op de eigen geschiedenis
Dat hij een van de weinigen is, die een eeuwenoude traditie onderhouden en levendig houden, vervult Jürgen Wachter, voorzitter van het funkengilde Gortipohl, met trots: “Het is een geweldig gevoel dat zo'n kleine vereniging zo'n grote eer te beurt valt. Dan doe je letterlijk vurig mee.” Een grote erkenning voor hun waardevolle werk is, dat het schijfslaan is opgenomen in de lijst met immaterieel cultureel erfgoed van UNESCO. “Het was heel speciaal deze onderscheiding te mogen ontvangen. Dat we op hetzelfde niveau staan als bijvoorbeeld de lippizaners van de Spaanse Rijschool in Wenen, is voor ons van grote waarde. Wij zullen dit erfgoed doorgeven.”